Het schuurtje van Toon deel 3.

Geweren, pistolen en messen liggen hier zo voor het grijpen. Gebruikt wel is waar, maar je kan er zo een klein privéleger mee bevoorraden. Verder staat er nog een oude Remington typemachine, nog een andere machine en een aantal blaadjes van ‘Wervelwind’ en ‘De vliegende Hollander’ op een schap.

Gezien de datum die erop staat, allemaal uit de Tweede Wereldoorlog. Draai het voor mij nog onbekende machine iets bij en dan herken ik deze ook. Het is een stencilmachine.

Zouden hier de illegale blaadjes gedrukt zijn? Zou Toon hier ook van af geweten hebben of zelfs misschien aan mee hebben gewerkt? Als ik even terugdenk aan zijn verhalen van toen, dan zou dit zo maar eens kunnen.

Maar mag ik deze wapens zo wel vervoeren? Of zou dit iets zijn voor een museum. Allemaal dingen die ik uit moet gaan zoeken. Bedankt Toon, nu maak je van mij een jager.

Als ik het schuurtje uit ga, adem ik buiten eerst eens even wat heerlijke boslucht in. Opnieuw valt mijn oog op het rek van het gedroogde hout. Meteen rijst er een vraag bij mij naar boven. Waarom zou Toon hier hout hebben gehakt en niet direct bij zijn woonhuis, dat zou toch veel efficiënter zijn? Zou het gediend hebben voor de warmte in het schuurtje, als de verzetsgroep bij elkaar kwam bij geplande activiteiten of toch nog voor wat anders?  Ik speur over de grond van het bosrijke landschap voor mij of er nog iets is om te ontdekken. Is daar verderop bij een stuk struikgewas niet iets van een aparte glooiing te zien. Toch maar even gaan kijken, want nu verbaast me niks meer.

Na wat geworstel door een dichtbegroeide deel van het bos, sta ik ineens oog in oog bij een verborgen ingang.

Deze wordt geleid naar een ondergrondse ruimte. Het bouwwerk ziet er nog stevig en solide uit.

Knip de zaklamp aan en loop voorzichtig naar binnen. Na een stuk gang doorlopen te hebben, kom ik terecht in een grotere ruimte. Langs de muur zie ik zelfgemaakte veldbedden staan. Een, twee, drie…, zes tel ik er in totaal. Tevens zie ik ook zes houtblokken staan, bij een soort van tafel in het midden van deze ruimte.

Van de verzetsgroep voor een van hun acties of zouden hier onderduikers hebben gezeten? Het wordt alleen maar raadselachtiger op deze plek. Aan de achterkant van deze ruimte zie ik nog een doorgang. Zeker een ontsnappingsroute of zijn er nog meer ruimtes?

Loop deze gang nu in en deze is beduidend langer. Halverwege splitst de gang zich op. Ik kan rechtsaf of rechtdoor. Ga eerst maar rechtsaf, want iets verderop zie ik al wat daglicht, waar het pad langzaam omhoog loopt. Als ik even later buiten sta, zie dat dit het einde is van mijn grondgebied. Kijk namelijk recht voor mij door het struikgewas tegen de wal van het treinspoor aan. Dan nu maar het ander gedeelte van de gang even verkennen. Waar zou die dan uitkomen?

Het valt mij op, hoe goed alles gestut is en nog steeds intact er uit ziet. Aan het einde van deze gang zie ik maar weinig daglicht. De struiken zijn hier aardig dichtgegroeid voor deze ingang of uitgang. Ik pak mijn zakmes en baan me een weg naar buiten. Ik kom uit in de droge spoorsloot aan de andere kant van de dubbele spoorlijn. Je kan nu alle kanten op. Dus toch een geheime tunnel.

Voor me zie een smal pad langs de afrastering van een weiland lopen. Zo te zien komt deze bij café Het Luifeltje uit. Mijn maag rammelt, dus kijk ik op mijn horloge. Geen wonder, het loopt al tegen twee uur ’s middags. Heb mijn portemonnee bij me, dus besluit om daar maar even een broodje te gaan eten na alle inspanningen en indrukken van deze dag. Leg de zaklantaarn zolang even in de hoek neer van de gang.

Bij het heldere water van een koeienbak, was ik even mijn handen. Van de kleding heb ik al even daarvoor al alle stof en zand zo goed mogelijk afgeklopt.

Op het terras is het gezellig druk, maar vindt in de hoek nog een plekje. Bestel even later een glaasje fris, een uitsmijter en een kom soep. Genietend van mijn glaasje fris overdenk ik deze dag. Een voor een laat ik de bijzondere momenten passeren en maak in mijn hoofd een lijstje van de dingen die nog uitgezocht moeten worden.

De kom soep met een broodje uitsmijter worden even later gebracht. Eet deze met smaak op. Net als ik wil gaan afrekenen door mijn hand op te steken naar de serveerster, zie ik wat mensen opstaan.

Maar die man ken ik. Hij heeft veel geschreven over het verzet in deze omgeving voor het provinciaal archief. Hoe heet hij ook alweer?

“Meneer, mag ik u even wat vragen?” De man draait een slag en komt naar mij toe lopen.

©2020 Martin Wichink.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.
Rating: 0 sterren
0 stemmen

Klik hier om naar boven te gaan.