Het schuurtje van Toon deel 4.

“Wat wilt u weten meneer?”

“Zag u net opstaan, maar u bent toch werkzaam bij het provinciaal archief en hebt veel geschreven over het verzet.”

“Dat klopt, ik ben daar archivaris.” Bevestigd de man. “Bert Kamminga aangenaam.”

“Bart Meier” Ik schud de toegestoken hand.

“Wat wilt u vragen Bart?”

“Kent u een verzetsheld, ene Frans de Jager?” Gespannen kijkt Bart naar het gezicht van Bert. Zo te zien laat hem dit niet onberoerd.

“Het is een verzetsheld uit deze streek die een verzetsheldkruis heeft gekregen weet ik zo, maar verder weet ik maar weinig van deze persoon. Hoe zo ken u deze dan?

“Ik kwam vandaag een verzetskruis met oorkonde tegen van deze man. Wil deze op echtheid laten controleren, dus vandaar mijn vraag. Maar wil u nu niet zomaar een gedeelte van uw vrije tijd beroven.”

“Laten we onze telefoonnummers uitwisselen voor een later contact. Het heeft mijn belangstelling. Zal eerst eens opzoeken wat ik over hem kan vinden. Deal?”

Bert pakt een pen uit zijn binnenzak en de achterkant van het bierviltje, die nu dienst doet als schrijfwaar.

Bart zwaait Bert goedendag, betaald zijn versnaperingen en loop weer langs het pad naar de ingang onder het spoor, waar zijn zaklantaarn nog steeds op de grond ligt. De terugreis wordt aanvaard en de juten zak met zilverwaar wordt meegenomen uit Toon’s huisje naar de boerderij.

Enkele weken later ontvang Bart een telefonisch bericht van Bert en wordt uitgenodigd op het provinciehuis voor enkele dagen later.

Op de dag dat Bart zich meldt bij de balie en krijgt hij instructie hoe de kamer van Bert te vinden in dit grote gebouw. Bart klopt op de deur en gaat de kamer binnen. Daar zit Bert al te wachten met een dossier voor zich.

“Ga zitten Bart, fijn dat je kon komen. Koffie?”

Even later genieten de beide mannen van hun kop koffie en dan doet Bert het dossier open.

“Dit is het dossier van Frans de Jager, tenminste voor wat ik heb kunnen achterhalen. Het is niet zo veel. Best wel vreemd eigenlijk, want in een groot gebied staat hij bekend en toch staat er weinig op papier. Hielp met het verzetswerk, zoals het verspreiden van illegale kranten, maar hielp ook onderduikers op de juiste plek brengen. Het meest vreemde in dit verhaal is wel, dat na de tweede wereldoorlog verzetsmensen een medaille en een oorkonde kregen. Op zich is dit niet zo vreemd, maar Frans de Jager kwam na aanmelding door ene Mientje van Zanten zijn medaille en oorkonde ophalen, maar verdween daarna weer in het niets.”

Bij de naam Mientje van Zanten ging er een schok door Bart en dat is Bert niet ontgaan.

“Ken je misschien die naam?”

“Ja, dat is de meisjesnaam van mijn moeder. Voor de oorlog waren ze al getrouwd, dus komt het wat vreemd over dat zij dit onder haar meisjesnaam heeft gedaan.”

“Zo vreemd is dat niet hoor. Boeren hadden toen die tijd vele onderduikers als hulp op de boerderij, dus werden namen wel eens veranderd van Joods naar hun eigen naam. Vaak werden de papieren vervalst om zo uit handen van de Duitsers te blijven. De boerinnen gebruikten in die tijd dan wel eens hun meisjesnaam met de bijbehorende papieren, als ze zelf dingen moesten ondernemen. Dan werd er niet altijd gelijk een link met hun man gelegd.”

Bart knikt instemmend en zegt: “Oké, dan zal ik nu eens mijn kant van het verhaal vertellen.”

Bert luistert aandachtig van de zoektocht van Bart en wat hij allemaal ontdekt heeft. Hier en daar maakt hij een aantekening voor later. Dan komt de medaille en de oorkonde voor de dag. Bert bestudeerd deze even met een loep en erkent de echtheid van deze twee voorwerpen.

“Zou dit best willen overdragen aan het verzetsmuseum, om zo de kennis van de oorlog door te geven aan de volgende generatie.” Dit zijn de laatste woorden van Bart’s vertelling.

“Een afspraak met de directeur van het museum is wel te maken, maar het deactiveren van de wapens zal een groter probleem zijn. Voor een afspraak met het museum wil ik wel zorg voor dragen, mits jij dit goed vindt. Dan horen we vast meer wat er allemaal mogelijk is.”

Met een bezegelde handdruk gaan de beide mannen uit elkaar.

Het is nog geen week later, als Bert Bart komt ophalen met de auto voor een bezoekje aan het verzetsmuseum.

Het wordt een rit van bijna een uur.

©2020 Martin Wichink.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.
Rating: 0 sterren
0 stemmen

Klik hier om naar boven te gaan.

Maak jouw eigen website met JouwWeb