Markt is zo oud als de weg naar Rome. Zo zeggen ze dat wel eens, als het om leeftijd gaat van iets. Het is dan ook afgeleid van het Latijnse woord Mercatus, wat staat voor markt en handel. Later zijn daar ook specialistische markten door ontstaan. Denk hieraan bij vee- en vismarkten, maar ook braderieën zijn hierdoor ontstaan.

Markt is dan ook voor iedereen, die wat te koop heeft staan of zelf wat wil kopen. Er zijn marktkooplui met een eigen wagen of kraam, anders worden deze kramen of tafels wel te huur aangeboden.

Vaak worden markten als deze, georganiseerd op pleinen of in straten. Maar als je langs de deur gaat venten of vanuit een garagebox verkoopt, valt deze net als een rommelmarkt onder de straathandel. Niet dat dit zoveel uitmaakt. Zolang de koper en verkoper naar ieders inzicht tevreden uit elkaar gaan, dan is er weinig aan de hand. Of het moet hier om gestolen spullen gaan, dan is het heling en dat is strafbaar. Voor de rest is een vergunning bij de gemeente vaak al genoeg.

Op het werk lachen ze wel eens, als ik zeg dat ik naar de weekmarkt in Haarle ben geweest. Deze is honderd procent productief. Ze staan soms met drie of vier personen in de viskar voor een vlotte doorstroming. Dat betekend dat deze markt goed bezocht wordt.

Goed, er staat maar een kraam op vrijdag, maar ook dat mag markt genoemd worden. Er wordt hier handel gedreven. Als ik wel eens over de markt van Nijverdal loop, zie ik wel eens kramen, waar maar weinig mensen bij stil staan of er gewoon langs heen lopen. Waar ik niet moet zijn, kijk ik zelf ook niet, maar de marktkooplui willen hun zogenoemde ‘kraamstageld’ wel graag terugverdienen. Het zal er wel uit kunnen, anders blijven ze niet komen. Handel is nu eenmaal handel en iedereen wil graag een goed belegde boterham eten.

Zolang er handel is, zal er een marktwisseling zijn. De markt houdt en bepaald zijn waarde.

©2020 Martin Wichink.

Klik hier om naar boven te gaan.