Hoe heurt het eigenlijk.
‘Hoe heurt het eigenlijk’ Jort Kelder moet nu wel op pad. Hij is de landelijke pietendiscussie een beetje zat. In het westelijke steden, zijn ze voor en tegen. Maar hoe zit eigenlijk op het platteland? Springen ze daar niet uit de band?
Een bolide met een dak van linnen doek, reed Jort snoeihard naar de Achterhoek.
Op een stil plekje ergens in een wei, zag Jort een groepje motorrijders en werd blij. Voorop reed de Sint met cowboyhoed op. De zwarte pieten reden er achter in groene overal, dat is pas top. Jort reed de auto naar een houten keet. Dat is een soort van kantine, het is maar dat je het weet.
“Jort jongen, wat brengt oe hier? Doe den jong gauw is un flessie bier.”
De beugelflessen leken wel knallende kurken. Al gauw zat iedereen er een achterover te lurken. Jort vertelt waar hij uiteindelijk voor komt. De keet lijkt even helemaal verstomt. Dan begint de hulpsint hardop te gieren. De zwarte pieten beginnen hierdoor al snel mee te klieren. Ze stoten elkaar aan en je hoort ze denken… nu komt het. En hebben daardoor samen al de voorpret.
“Kom is kieken hier bij ut raam en kiek is in de wei. Doar zie-j un geteerde rikkepaal stoane en ut is un hij. Het is hier un bekend fenomeen. Aj de behoefte hebt, dan loop der ma is heen. Ie mag der ting proaten, ting an pissen, maar sla um niet tot gort. Vertel um over oene discussie en maak het vooral niet te kort. Ut is de beste luusteraar eerste klas. Zo bin ie gauw vergetten, wat de discussie eigenlijk was. Wie kent hier alleen ma de witte wieven. Aans muj doar maar is over schrieven.”
Jort ging naar buiten en deed daar zijn droevige verhaal. Maar merkte al snel, dit is niet normaal. De paal praatte helemaal niet terug. Dat maakte hem razend en wilde de paal wel aan gort slaan, maar dacht toen even aan zijn zwakke rug. De opluchting nam langzaam van binnen uit weer de overhand. Daarmee kwam ‘het’ weer terug, zijn gezonde verstand. De Sint moet wit blijven en de pieten zwart. Of ben ik nu bekeerd door het gerstenat?
De schemer kwam, met mist er bij. Dan wordt het nu weer tijd dat ik terug rij.
De witte wieven tikten hem al op de rug. Binnen het uur is hij in het westen terug. Daar is zijn column snel geschreven. Men heeft de Sint, zijn zwarte pieten terug gegeven. Jort is nu een echte kerel geworden van staal. Hij is alleen nog op zoek naar een rikkepaal. Voor hem is over deze discussie niks meer aan de hand. Anders gaat hij gewoon weer even terug naar het platteland.
©2014 Martin Wichink
Klik hier om naar boven te gaan.
Reactie plaatsen
Reacties