Wat ben ik stom geweest. Waarom wilde ik juist nu over die ene bergtop. Het weer is guur, er ligt een dun laagje sneeuw. Maar nu is het geen optie om nog weer terug te gaan. Ik moet door, al is het alleen maar om een beetje warm te blijven daarboven in de bergen. Gelukkig is het na die bocht in de verte het punt, waar het pad alleen nog maar naar beneden zal gaan.
Geen mens te zien. Raar is dat niet, wie gaat er nu ook met dit weer lopen. Vijf graden onder nul, het wordt mistig en als ik de wolken mag geloven, blijft het hier niet bij. Krijgen we meer sneeuw of wordt het een ijsregen. Op beide zit ik nu niet te wachten.
In mijn tenen lijkt wel of het gevoel minder wordt. Niet aan denken. Positief blijven.
Straks lekker warmen bij de open haard en echte winterkost op het menu. Stamppot boerenkool met spekjes erdoor en daarboven op een halve rookworst.
Stroef loop ik door.
Het is al bijna donker, als ik het dorp bereik. Als ik voor onze voordeur sta met de sleutel in mijn hand, voel ik de eerste sneeuwvlokken op mijn gezicht vallen. Gauw naar binnen toe. Ik open de deur en de warmte komt mij tegemoet. Heerlijke etensgeuren prikkelen mijn neus.
Reactie plaatsen
Reacties