“Waarom stop je altijd bij ome Henk of tante Truus?” Ik kan met moeite een grote grijns onderdrukken, want zij heeft duidelijk met oma gepraat. Samen zijn we even onderweg voor wat kerstboodschappen in een naburig dorp.
Maar als altijd krijgt ze een eerlijk antwoord. Leg haar uit dat we ons allemaal wel eens vergissen, dus opa ook.
Als opa per ongeluk een afslag heeft gemist doordat hij kijkt naar een overstekend kind of hond en het bord niet heeft gezien. Dan stuurt opa rustig bij wildvreemde mensen die hij niet kent, zijn auto hun pad op. De mensen die daar wonen denken dan bij zichzelf, we krijgen vandaag toch geen bezoek? En kijken dan uit het raam naar opa. Het maakt niet uit of nu een man of vrouw die naar buiten kijkt, dan zwaait opa altijd even vriendelijk naar hen en zegt: “Dag ome Henk of tante Truus.”
Als ze dan terug zwaaien denkt opa dat ze zo heten. Als je vriendelijk en beleefd tegen anderen bent, krijg je meestal veel dingen voor elkaar. Daarom mag opa dan ook even rustig de auto draaien, zonder dat de mensen boos worden.
Opzet of niet, het lijkt wel of het vandaag zo moet zijn. We missen de afslag naar de parkeergarage, dus draait opa bij wildvreemde mensen zijn auto hun pad op.
Bij ‘dag tante Truus’ schiet Loïs overeind om over het dashboard te kijken naar de mevrouw die naar ons terug zwaait. Opa heeft weer eens gelijk en we rijden terug naar de ingang van de parkeergarage.
Bij de kaartjesautomaat doet opa de bestelling, alsof we bij een Mc Drive zijn.
“Dat kan toch niet opa”, zegt ze dan.
Als we dan ook nog naar beneden rijden om te kunnen parkeren in de kelder, doet opa net of de remmen het niet doen.
“Remmen opa”, gilt ze dan en schatert het uit als opa toch wel kan remmen. Natuurlijk mag ze even later na het parkeren, op de knopjes drukken om deuren te openen en de lift een etage hoger te laten stoppen. Ons opa/kleindochter middag is begonnen.
Naast de boodschappen vergapen we ons ook nog eens aan alle kinderspeelgoed wat er te koop is. Soms valt er ook wel eens per ongeluk wat in het winkelwagentje of mandje. Er ook nog ruimte voor een lekkere snack. We mogen het toch niet te gezellig maken van oma. Nu kunnen moeder en dochter gezamenlijk even achter de naaimachine voor wat herstelwerk of nieuwe kleding patronen en hebben hiervoor ruimschoots de tijd.
Als we huiswaarts keren, vraagt oma altijd of we het niet te gezellig hebben gehad. Na ontkenning en een vette knipoog gaan we weer verder met het volgende opa/kleindochter moment. Die begint al bij het openen van de spelletjeskast. Bij sommige spelletjes moet opa wel heel goed zijn best doen om eens te winnen, want ook verliezen hoort er op zijn tijd bij. Zo leert ze elke keer er weer dingen bij.
Reactie plaatsen
Reacties