“Schuif eens een stukje op joh. Ik krijg veel te weinig zonlicht.” Een rode pot begint een beetje te duwen.
“Ja hoor… het zijn de jaloerse potten uit de kassen die weer eens wat te zeuren hebben.”
De voorste zwarte pot laat zijn bladwerk nog eens breed hangen.
“Potjandorie, we hebben evenveel grond onder de voeten voor dezelfde rechten op groei.”
“Zeur niet zo. De mooiste en de sterkste staan altijd vooraan en zullen als eerste verkocht worden. Dus sterk nog maar wat aan, want je staat nog wel even hier.”
“Je bent net zo kil, als dat je uit de koude grond komt.”
“We doen het op eigen kracht en dat maakt ons ook zo sterk.”
Licht schuddend met het blad, spant de rode pot zijn vezels even.
“Kijk eens hoe sterk mij steel is,” zegt de pot met een rood hoofd van inspanning.
Verwaand kijkt de koude kikker even om en zegt: “Je kan altijd nog een hanger worden. Kunnen de mensen mooi achter de geraniums gaan zitten.”
“Dan maar de eigenwijze koude killers het eerst,” zo plaatst ze de pot terug. “Dan blijven de rode potten wel even wachten op het komende mooie en warme weer.”
Er komt geen reactie terug, want de eerste kopers dienen zich al aan.
Reactie plaatsen
Reacties