Dat dit oude pakhuizen zijn, zie je al gelijk aan de bouw. Ligt voorover gebouwd, om via de huisbalk goederen naar boven te kunnen hijsen. Dit gebeurde als de fluit aangemeerd is na een lange reis op zee, om goederen of specerijen van A naar B te brengen.
Werknemers van het pakhuis gaan via smalle trappetjes naar de volgende verdieping. Bij de bovenste aangekomen, wordt de hijsbalk naar buiten geschoven. Het touw om het hijsrad wordt langzaam gevierd. Grote jutten zakken worden bij het oog aan het uiteinde vastgemaakt. Met verenigde krachten wordt het touw weer op het hijsrad gewikkeld met een verklikker. Zo kan men redelijk veilig werken en als de vracht de bovenste verdieping heeft bereikt. Dan wordt het touw weer gevierd, als de zak met vracht gelijk met de hijsbalk naar binnen getrokken. Vervolgens kan er dan worden gesorteerd of via luiken naar een lagere verdieping worden getransporteerd. Ook hier gebruiken ze het touw via de hijsbalk.
In kleinere zakken wordt het in porties over de vele kleine winkeltjes verspreid met paard en wagen. Zo moet het ongeveer gegaan zijn rond 1600 a 1700 in de handelssteden.
Tegenwoordig worden ze vaak opgekocht door pandjesbazen. De grote zolders worden dan verbouwd tot studentenhuizen of verhuurd aan mensen met een kleine beurs. Vaak zijn dit monumentale gebouwen, waar aan de buitenkant niks veranderd mag worden, terwijl ze van binnen heel modern kunnen zijn. De authentieke balken en ramen blijven vaak behouden, terwijl de verdere aankleding industrieel of zelfs landelijk kunnen zijn. Je woont tenslotte vaak wel in of nabij het centrum van de stad.
Reactie plaatsen
Reacties