De fiets.
Drager van vele dingen.
Je gaat waar je heen word gestuurd.
Eenzaam word je achtergelaten in een schuur of wachtplek elders.
Je word getrapt, waar anderen vooruit komen.
Anderen klagen over zadelpijn, terwijl jij hun last draagt.
Je word extra afgebeuld met een dynamo en anderen hebben er verlichtenis van.
Stuurloos soms van alle zware tassen.
Als pakezel vol vracht, begin je nog net niet te steigeren.
Je word wel geketend als het rijkste bezit.