Als kind al, at Roosje veel ijs. Ranja ijsjes, wel te verstaan. Die je zelf maakte in de diepvries in een plastic bekertje. Drie per dag mocht je er eten in die hete zomer. Van jou mocht de zomer nog heel lang duren.
Nu jij groter bent en de lagere school doorlopen hebt, zit je te studeren op het voortgezet onderwijs. Nog steeds ben je verzot op ijs. Of je daarom altijd zo ijskoud je mening durft te geven. In ieder geval heb je een hoop vrienden. Sommige net als jij verzot op ijs. Even een ijsje eten, zeg je dan. Er is er altijd wel een die mee gaat.
Geduldig sta je in de rij te wachten.
Inwendig scheldend op mensen die niet kunnen kiezen, wachten duurt al zo lang. Eindelijk ben je aan de beurt.
“Twee wafeltjes met een blok ijs”, vraagt je vriendelijk wijzend naar het plaatje op het bord.
“Dat is dan vijfenzestig cent jongedame”, antwoord de verkoper hierop.
Je trekt jou portemonnee en je betaald het bedrag.
Heerlijk likkend aan het twee smaken ijs. Vanille en framboos. Jammer dat vieze handen krijgt, als je niet te snel doorlikt. Niet dat jij hier last van hebt, maar je ziet het om je heen.
Een nieuw idee is geboren, maar waar ga jij hier mee heen?
Je vader is ijsmaker in een grote fabriek, een bakker die de wafels bakt, waar vind ik die? Vragen waar je mee worstelt, vragen een oplossing. Je stapt naar de directeur van de ijsfabriek. Een helder open gesprek volgt met hem, een oplossing is nu nabij.
Als de eerste ijsjes van de lopende band rollen, is Roos erbij. Twee smaken heeft ze bedacht, aardbei en chocolade. De laatste vind ze zelf het lekkerst. Genietend van haar eerste zelfgemaakte fabrieksijsje, kijkt ze toe hoe de lopende band vol met ijsjes begint te lopen.
Haar gezicht is ijskoud vervormd getekend op het papier. Duizenden gezichtje draaien in puntvorm om jou ijs.
“Ola”, is het stopwoord van de directeur, als er ergens iets dreigt mis te gaan. Zijn zoon, jou vriend neemt straks de touwtjes van het bedrijf over. Een nieuwe naam is al gevonden voor jullie fabriek. De geest van jou schoonvader zal hier rond waarden. Zijn stopwoord zal net zo veel bekendheid geven, als jou ijs.
Hoornroosje heb je het genoemd. Een prettig in de hand liggend wafelhoorntje, gevuld met lekker ijs. Geen gesop en smerige handen meer met jouw geniale idee.
Overal kom ik jou nou tegen, op straat en in prullenbakken. Als het zo doorgaat ga je zeker honderd jaar mee.
Ook chocolaatjes krijgen van jou een krokant laagje. Verschillende mensen in de fabriek laat je het proeven. Mmm, hoor je overal en met het symbool ertussen, smelt de chocolade in de mond en niet in de hand. Het wordt een rage. Een pinda erin, dat is jou volgende idee.
De hal wordt hierdoor te klein, dus open je een nieuwe fabriek. Hier is ook al een naam voor bedacht, vooral omdat je nogal veel in je MARS hebt.
IJsjes eten doe je nog altijd. Denkend aan jou prins op het witte paard, wordt een nieuwe smaak geboren.
Maar kan dit, is jou vraag? Uren worden er ingestoken, maar dat is het idee wel waard. Witte chocolade is hiervan het resultaat.
Doodvermoeid van het wachten, ga je even slapen. Uren later wakker gekust door jou prins op je ijskoude lippen.
Achter de rug heeft hij voor haar een hoornroosje, het ijsje waar alles mee begon. Dankbaar begint ze hiervan te likken. Samen gingen ze een ijskoude, maar zonnige toekomst tegemoet.
Reactie plaatsen
Reacties