Ik ben in een melige bui.

Daar ben ik dan ook molenaar voor.

Valt daar dan wat over te zeggen dan?

Stof genoeg om over te praten, dacht ik zo.

Grondstoffen, die wel op één hoog liggen.

Het zit hem in de granen en niet in de genen.

Maar daar maal ik om.

Als de wieken eenmaal draaien.

Lijkt het wel een wedstrijd.

Wie komt het er het vaakst langs.

Het zijn niet alleen de hoge bomen die veel wind vangen.

Misschien d(w)aal ik af.

Kan er wel mijn zakken mee vullen.

Je kunt er wel mee de boer op gaan.

Die bakt er zoete broodjes van.

Doe je het liever zelf?

Dan stuur ik jou wel meel.

Hier ben ik beter in, dan in een brief schrijven.

Is dit te grof of wil je het fijner.

Ik zie je wel weer als je aankomt.

Als een wervelwind, die zijn stofwolk omhoog gooit.

Neem nou de wind uit de zeilen.

Voordat ik te melig wordt.

Groetjes jouw zoon.

©2011 Martin Wichink.

Klik hier naar boven te gaan.