In een groot herenhuis aan de rand van het dorp wordt de kerst volgens jarenlange traditie gevierd. De gehele familie zit gezamenlijk aan een lange versierde tafel, als de lekkernijen uit de keuken naar de kamer worden gebracht en daarop warmhoudplaten worden gezet. Als vader net met zijn dankwoord wil beginnen, klinkt er gerinkel van de ouderwetse trekbel. Iedereen kijkt elkaar aan, want de familie is zo toch compleet.
Vader staat op en loopt de gang in naar de buitendeur toe. Drukt de klink naar beneden en zwaait de zware deur open en ziet daar een jongedame voor hem staan.
“Dag meneer, ik zag hier licht branden. Zou ik even gebruik mogen maken van uw telefoon? Ik sta met autopech en wil even contact zoeken met mijn thuisfront.”
De man kijkt fronsend over haar heen en ziet in de sneeuw een auto tegen een kromme lantaarnpaal staan, waar er witte rook uit de radiator komt. Die rijdt voorlopig niet meer is dan ook zijn conclusie.
“Komt u verder’” En gaat haar voor, nadat hij de deur weer gesloten heeft.
Na haar algemene begroeting naar de gehele familie toe, mag de jongedame gebruik maken van de telefoon in de hoek van de kamer naast de grote leren bank. Ondertussen heeft vader zijn dankwoord uitgesproken, nadat hij is weer gaan zitten en wordt er gesmuld van de heerlijke spijzen. De rode wijn in de kristallen glazen fonkelen in het kaarslicht.
De jongedame zit nog stilletjes op de bank, als zij de hoorn voorzichtig terug legt op het oude bakelieten telefoontoestel.
Even weet ze niet wat te doen.
“Slecht nieuws mevrouw?”, vraagt vader onverwachts aan haar.
“Door het slechte weer kunnen ze me niet op halen en weet nu even niet wat ik moet doen.”
“Dan weet ik het wel. Bart neem even haar jas aan”, zegt vader tegen zijn oudste zoon. “Peter zet er even een stoel bij en pak er meteen een bord met bestek mee voor onze gast.” De beide zonen staan op om het gevraagde meteen uit te voeren, want vader duldt nu eenmaal geen tegenspraak.
“Maar meneer, dat hoeft toch niet.”
“Wat wilt u dan mevrouw… buiten in de auto wachten? Dacht het maar niet met deze kou. Laten we het nuttige met het aangename verenigen. Waar zestien mensen gezamenlijk kunnen eten, daar kunnen er ook zeventien eten. De auto komt later wel. Mijn naam is trouwens Jan Helpmans.”
“Corine de Bruin.” Zo stelt de jonge dame zich voor, waarna ieder familielid zichzelf aan haar voor stelt. Naast Peter is nog een plekje vrij en de jongedame gaat daar zitten en smikkelt heerlijk van het geboden eten.
Ze babbelt vrolijk mee, alsof ze al jaren bij de familie hoort.
Als er uren later alles is opgeruimd na het eten, roept Jan zijn zoon Peter bij zich en drukt hem de autosleutel in de hand. “Neem de Dodge en breng de jongedame naar huis.”
De vier wiel aangedreven terreinwagen zal wel genoeg grip hebben met deze gladheid en kan de sneeuw op de weg wel aan, denkt Jan.
Deze bijzondere ontmoeting is er een om in te lijsten, want een jaar later wordt de gehele familie uitgenodigd bij Corine thuis.
Deze bijzondere ontmoeting is er een om in te lijsten, want een jaar later wordt de gehele familie uitgenodigd bij Corine thuis.
Ze doet dit samen met Peter, die sinds die avond een stelletje zijn geworden na de lange sneeuwrit.
Reactie plaatsen
Reacties